'Angst is nuttig en beschermt de mens: als er gevaar dreigt is het maar goed dat iemand zich niet op zijn gemak voelt, onrustig is en reageert om het gevaar af te wenden. Dit natuurlijke mechanisme wordt echter een probleem als de mate van angst niet meer in verhouding staat tot de aanleiding, of als de bangheid blijft als er helemaal geen gevaar meer is. Kinderen met overmatige of zelfs extreme angsten kunnen een angststoornis ontwikkelen. Hun denken is door de bangheid ontregeld (negatief zelfbeeld, piekeren) en dat heeft ook zijn weerslag op hun gedrag (teruggetrokken, vermijdend) en gevoel (onzeker, weinig zelfvertrouwen).' Bron: Kenniscentrum KJP
Voorbeelden van angst- en stemmingsklachten zijn:
- Verlatingsangst;
- Faalangst;
- Overmatig piekeren/rumineren;
- Angst voor de beoordeling van anderen, bijvoorbeeld tijdens een spreekbeurt of sociale contacten;
- Paniekaanvallen;
- Pleinvrees;
- Specifieke fobieën, bijvoorbeeld angst voor een specifiek dier, natuurverschijnselen of ziektes.
Behandeling
Voor de behandeling van angst- en stemmingsklachten is cognitieve gedragstherapie (CGT) de eerste keuze. Onderzoek laat zien dat CGT effectief blijkt te zijn, zowel op de korte als langere termijn. Bij cognitieve gedragstherapie (CGT) krijgt een kind of jongere inzicht in hoe denken, voelen en doen invloed hebben op elkaar. Dit helpt om op een goede manier met de klachten om te gaan. Op maat wordt gekeken wat een kind of jongere nodig heeft in de behandeling en worden doelen opgesteld. De behandeling start met psycho- educatie. Hierbij wordt aan het kind of de jongere en zijn of haar ouders uitleg gegeven over (het ontstaan) de klachten en hoe deze kunnen worden verminderd middels behandeling. Elementen in de individuele behandeling van een kind of jongere kunnen zijn: exposure (blootstelling aan angsten), cognitieve herstructurering (angstige, negatieve of sombere gedachten omzetten in helpende en positieve gedachten), vaardigheidstraining (wat kun je doen als je bijvoorbeeld angstig of somber bent?), ontspanning (bijvoorbeeld het oefenen van ontspanningsoefeningen) en een plan maken voor het voorkomen van een eventuele terugval.
Angst- en stemmingsklachten kunnen ook samenhangen met ingrijpende ervaringen. Indien geïndiceerd kan gedacht worden aan EMDR. EMDR is een behandeling, die ontwikkeld is voor de verwerking van een trauma. EMDR staat vaak niet op zichzelf en maakt vaak onderdeel uit van een bredere behandeling.
Het is belangrijk om ouders te betrekken in de behandeling. Naast de individuele behandeling is ouderbegeleiding mogelijk bij Braams. Indien nodig wordt de school betrokken bij de behandeling.
Let op: In het geval van een depressie of angststoornis kan medicatie soms wenselijk zijn, als aanvulling op een behandeltraject. Aangezien Braams geen kinderpsychiater of arts in dienst heeft, zal in dit geval altijd worden doorverwezen.
Contact?
Mocht u vragen hebben naar aanleiding van bovenstaande informatie, neemt u dan gerust contact op met ons secretariaat.
Aanmelden?
Voor aanmelden, klik hier.